Begrip & FAQ

Op deze pagina een overzicht van alle begrippen gebruikt binnen Milieuthermometer Zorg. Selecteer een thema in de linker kolom en zie welke begrippen aan dat thema gerelateerd zijn. De begrippen worden naar eis nog weer getoond op de betreffende eis-pagina.

Thema:

De Algemene Beoordelings Methodiek (of ABM) maakt onderdeel uit van het algemene waterkwaliteitsbeleid en is een methodiek waarmee de waterbezwaarlijkheid van stoffen en mengsels ingedeeld kan worden in klassen (Z, A, B of C), gebaseerd op intrinsieke stofeigenschappen als toxiciteit, carcinogeniteit en mutageniteit. Onder waterbezwaarlijkheid wordt verstaan: ‘de mate waarin er een kans is op nadelige effecten voor het aquatisch milieu’. Om een uniforme uitvoering van de ABM beoordeling te waarborgen is een softwaretool ontwikkeld. De tool genereert op basis van specifieke stofeigenschappen als invoer een indeling van een stof of mengsel in een van de ABM-klassen. Op de veiligheidsinstructiebladen van schoonmaakmiddelen staan deze stofeigenschappen benoemd. Als de ABM-klasse niet op het veiligheidsblad aangegeven is, vraag dan eerst de leverancier om informatie (de softwaretool is erg pittig om mee te werken).

Amalgaam is een legering van kwik (50% Hg) en een of meer andere metalen, waaronder zilver. Uitboren van oude vullingen genereert amalgaamdeeltjes. Deze heel kleine deeltjes zijn slecht voor het milieu. Amalgaamafscheiders zijn ontwikkeld om juist deze deeltjes netjes af te vangen en door een verwerker te laten recyclen. 

Banqueting verwijst naar het verzorgen eten en drinken bij evenementen en bijeenkomsten binnen de zorgorganisatie. 

Ambitieniveau bepalen MVI-criteriatool | PIANOo - Expertisecentrum Aanbesteden 

De bepalingsmethode milieuprestatie bouwwerken is een uniforme meetmethode waarmee de milieubelasting van een bouwwerk berekend wordt, ook wel 'de Bepalingsmethode' genoemd. Het doel is om de milieuprestatie van gebouwen eenduidig, controleerbaar en reproduceerbaar te berekenen. De methode maakt gebruik van de Nationale Milieudatabase (NMD) en de rekenregels, en is gebaseerd op de levenscyclusanalyse (LCA).

Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is een onderdeel van de Omgevingswet en bevat regels waaraan bedrijven, organisaties en particulieren zich moeten houden bij het uitvoeren van activiteiten die invloed kunnen hebben op de fysieke leefomgeving. Het Bal richt zich op activiteiten zoals milieuvervuilende activiteiten, lozingen, bouwen, en natuur- of waterbeheer.

Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is een onderdeel van de Omgevingswet en bevat regels waaraan bedrijven, organisaties en particulieren zich moeten houden bij het uitvoeren van activiteiten die invloed kunnen hebben op de fysieke leefomgeving. Het Bal richt zich op activiteiten zoals milieuvervuilende activiteiten, lozingen, bouwen, en natuur- of waterbeheer. Lees meer over het besluit activiteiten leefomgeving op de website van het Informatiepunt Leefomgeving. 

Een bezet bed is een intramurale cliëntplaats met een 24 uurs indicatie

Biobased isolatiemateriaal zijn isolatiematerialen die gemaakt zijn van natuurlijke, hernieuwbare grondstoffen, zoals hout, hennep, vlas en stro. Dit in tegenstelling tot traditionele isolatiematerialen, die vaak van fossiele brandstoffen worden gemaakt, zoals aardolie. Biobased isolatie is een duurzamere en milieuvriendelijkere optie, die ook nog eens goed is voor de gezondheid.

Een project dat niet vanuit de organisatie of instelling wordt gestart, maar geïnitieerd wordt vanuit de werknemers. 

BREEAM (Building Research Establishment Environmental Assessment Method) is een certificeringsmethode voor een duurzaam gebouwde omgeving. BREEAM stelt duurzaamheidseisen aan je project. Deze eisen kunnen de basis zijn voor de duurzaamheidsparagraaf in het strategisch vastgoedplan. Lees meer over BREEAM op de website van DGBC.

Centrale catering betekent dat voeding in een centrale keuken bereid wordt voor meer dan 30 cliënten of, in het geval van convenience-maaltijden, centraal ingekocht wordt.

Dit zijn alle stoffen met een gevarenlogo. 

Voorbeeld van Radboudumc: Waterbeheer met ozon bespaart veel voedingswater in vergelijking met de traditionele desinfectie met chemicaliën en daar is de winst al snel mee geboekt. Maar ook de spuihoeveelheid wordt aanzienlijk verminderd. Bovendien hoeven er geen gevaarlijke chemicaliën opgeslagen te worden, waar medewerkers mee moeten werken en welke terug te vinden zijn in het water dat uiteindelijk geloosd wordt. Doordat het met ozon behandelde water schoon is, wordt ook op de kosten bij het waterschap bespaard.

Chemisch verduurzamen van hout is een proces waarbij de eigenschappen van hout worden verbeterd door het te behandelen met chemische stoffen. Hierdoor wordt het beter bestand tegen biologische aantasting, zoals schimmels en insecten. Hierdoor is het vanzelfsprekend slecht voor het milieu en is het gebruik hiervan uitgesloten in de Milieuthermometer Zorg.

Deze stoffen zijn kankerverwekkende, mutagene (genetisch verandering veroorzakende) en/of reproductietoxische (giftig voor de voorplanting). Lees meer over deze stoffen en welke hiertoe behoren op de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. 

Een CO2-routekaart (afgekort routekaart) laat zien op welke manier een zorgorganisatie werkt aan de klimaatdoelen. Het geeft inzicht in de ingeplande maatregelen en de verwachtte CO2-emissiereductie. De routekaart is een instrument voor de zorgsector om de regie te houden over het verduurzamen van het vastgoed.

Iets is composteerbaar als het binnen zes weken voor minimaal 90% afgebroken kan worden in een industriële composteringsinstallatie. Een proces is volledig circulair als 100% van het materiaal opnieuw gebruikt kan worden voor de productie van hetzelfde materiaal.

Een contentkalender is een overzicht van een bepaalde periode waarin wordt vermeld wat, wanneer, waar, hoe en voor wie je met je bedrijf content gaat publiceren. Hierin staan dus onder anderen de zorgbrede duurzaamheidscampagnes gepland.

Convenience maaltijden, ook wel gemaksmaaltijden genoemd, zijn voorverpakte voedselproducten die ontworpen zijn om snel en gemakkelijk te bereiden. Convenience maaltijden kunnen variëren van volledig bereide maaltijden tot gedeeltelijk voorbereide ingrediënten die alleen nog gemengd of verwarmd hoeven te worden. 

CSRD staat voor Corporate Sustainability Reporting Directive. Het is een Europese richtlijn die bedrijven verplicht om duurzaamheidsinformatie over hun waardeketen te rapporteren, naast de traditionele financiële verslaggeving. Dit betekent dat zij transparant moeten zijn over milieu-, sociale en governance-aspecten (ESG), zoals: Milieu: energieverbruik, CO₂-uitstoot, afval, circulaire economie. Sociaal: arbeidsomstandigheden, personeelstekorten, diversiteit, patiëntenveiligheid. En Governance: bestuur, ethiek, integriteit, toezicht. Een zorgorganisatie is CSRD-plichtig als voldaan wordt aan 2 van deze 3 criteria: 250 medewerkers, 40miljoen euro omzet of 20miljoen euro balanstotaal. Indirect worden ook kleinere organisaties te maken krijgen met de CSRD, omdat zij ketenpartner zijn van een grotere organisatie (o.a. de zorgverzekeraar).

Hieronder vallen sanitaire ruimtes, woonruimtes, keukens met natte of droge reiniging. Periodiek onderhoud (vloerstripper e.d.) valt hier niet onder.

Decentraal voedingsaanbod gaat over de gevallen waarbij de aangeboden voeding niet bereid wordt in een centrale keuken en voor minder dan 30 cliënten.

Een knock-out criterium betekent dat als de product of dienst die je inkoopt niet voldoet aan dit criterium dat het wordt afgewezen, ongeacht andere positieve aspecten. Bijvoorbeeld: wanneer de ISO 14.001 verklaring als knock-out criterium geldt en een bedrijf deze niet heeft, wordt er niet bij dit bedrijf ingekocht.

De EED-auditplicht geeft een gedetailleerd overzicht van alle energiestromen binnen de onderneming. Ook geeft de audit inzicht in de mogelijke besparingsmaatregelen en de te verwachten effecten daarvan. Het gaat hier onder andere om het energiegebruik van gebouwen, installaties, industriële processen en het zakelijk vervoer.

De Eurovent Energy Efficiency Class A is een classificatie binnen het Eurovent Certita Certification-programma, dat zich richt op de energie-efficiëntie en prestaties van HVAC-producten (Heating, Ventilation, and Air Conditioning). Het biedt een gestandaardiseerde en onafhankelijke beoordeling van de energieprestaties van producten, zoals airconditioners, ventilatoren en luchtbehandelingssystemen.

Eiwitbehoefte is de hoeveelheid eiwit die een persoon dagelijks nodig heeft om lichaamsfuncties zoals spieropbouw, herstel en immuunwerking te ondersteunen. Deze behoefte varieert per individu en hangt af van factoren zoals leeftijd, gezondheid en activiteitenniveau.

De verschuiving van eiwitten uit voornamelijk dierlijke producten naar plantaardige eiwitten. 

Een energiebeheersysteem (EBS) is software die organisaties helpt bij het monitoren, controleren en optimaliseren van hun energieverbruik.

EPBD staat voor Energy Performance Building Directive en betreft Europese regelgeving op de energieprestatie van gebouwen. Deze richtlijn worden omgezet in Nederlandse wet- en regelgeving. Onder andere de EED-audit en de EPBD-installatiekeuring volgen uit de EPBD. Lees op de website van EVZ over de EPBD III en IV.

Het aantal bedden dat officieel is goedgekeurd (erkend) door de overheid voor gebruik in een ziekenhuis of zorginstelling. Het bepaalt hoeveel zorg een instelling mag leveren en is een beter bedrijfskenmerk om de milieu-impact te monitoren dan het aantal fysieke bedden, omdat dat flink kan verschillen en minder sterk gelinkt is aan daadwerkelijk geleverde zorg. 

Dit is een lijst met energiebesparingsmaatregelen. Het bedrijf dat deze maatregelen toepast voldoet aan de wettelijke plicht om energie te besparen. Deze verplichting geldt voor bedrijven die jaarlijks meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 m3 aardgasequivalent verbruiken.

De F-gassenverordening is een Europese wetgeving die bedoeld is om de uitstoot van F-gassen te verminderen. Alles over de F-gassenverordening is te lezen op de website van Informatiepunt Leefomgeving. 

Fulltime eenheid, betreffende de personeelsomvang. 

GACS staat voor Gebouwautomatisering- en controlesystemen. RVO heeft een checklist technische eisen GACS. Meer over GACS op de EVZ-website.

Een garantie van oorsprong of een GVO is een certificaat dat de afkomst van de geproduceerde energie aantoont. Lees verder op de website van Milieu Centraal om te lezen over groene stroom. 

Een gebouwbeheersysteem (GBS) wordt gebruikt om alle installaties centraal aan te kunnen sturen en te laten samenwerken. Door middel van een gebouwbeheersysteem kunnen grote energiewinsten behaald worden.

De vloeroppervlakte van een ruimte of van een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau, tussen de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimten omhullen. Volgens de definitie van NEN 2580. 

Een gevaarlijke stof is een stof die door zijn intrinsieke eigenschappen of de omstandigheden waaronder deze voorkomt, gevaar, schade of ernstige hinder kan veroorzaken voor mens, dier of milieu. Deze stoffen kunnen in verschillende vormen voorkomen, zoals vloeistoffen, gassen, poeders of vaste stoffen, en zijn vooral te herkennen aan de CLP-informatie Gevarenpictogrammen, signaalwoorden, gevarenaanduidingen (H-zinnen) en voorzorgsmaatregelen (P-zinnen). Deze informatie helpt gebruikers om de risico’s van chemische stoffen te begrijpen en passende maatregelen te nemen om deze risico’s te beheersen.

In het gevaarlijke stoffen staat informatie over eigenschappen van de gevaarlijke stoffen die binnen het bedrijf, of in dit geval de zorgorganisatie, gebruikt worden of staan opgeslagen. Het biedt inzicht in de risico's en veiligheidsmaatregelen die nodig zijn om incidenten te voorkomen.

Het GreenHouse Gas-protocol is te vinden in dit document.

Good housekeeping (ook wel gedragsmaatregelen) gaat over het zorgvuldig handelen. Door deze gedragsmaatregelen kan er energie en geld bespaard worden. Lees meer over good housekeeping en gedragsmaatregelen op de website van stimular.

GPR gebouw certificaat beoordeelt een gebouw op vijf belangrijke duurzaamheidsthema's: energie, milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Ook deze eisen kunnen de basis zijn voor de duurzaamheidsparagraaf in het strategisch vastgoedplan. Lees meer over op GPR. GPR is een instrument van WE/adviseurs.

Een Green Team bestaat uit meerdere personen binnen één zorgorganisatie, vaak van een specifieke afdeling of locatie die samen werken aan duurzaamheid. Het zijn veelal bottom-up initiatieven of projectteams van zorgprofessionals. 

Ook wel de Global Warming Potential-waarde. Dit is een maat voor het vermogen van een broeikasgas om bij te dragen aan de opwarming van de aarde in vergelijking met CO2 over een bepaalde tijdsperiode. D GWP-waarde van CO2 is vastgesteld op 1, andere broeikasgassen worden hiermee vergeleken. Een hogere GWP-waarde betekent dat een gas een sterker effect heeft op de opwarming van de aarde de aarde. 

De levenscyclus van een product verwijst naar alle fasen die een product doorloopt, van grondstofwinning tot het afdanken van het product (einde levensduur).

Hoogwaardige eiwitten zijn eiwitbronnen die een compleet en uitgebalanceerd profiel van essentiële aminozuren bevatten.

Locaties met een energieverbruik hoger dan 50.000 kWh of 25.000 m3 aardgas per jaar zijn energiebesparingsplichtig. Heeft een gebouw de energiebesparingsplicht? Dan moet je daar eens in de vier jaar over rapporteren, beter bekend als de Informatieplicht. De Informatieplicht voor gebouwgebonden maatregelen geldt vanaf 2024 voor de eigenaar van het gebouw.

Heeft u een energiebesparingsplicht? Dan moet u daar eens in de 4 jaar over rapporteren, beter bekend als de Informatieplicht. De Informatieplicht voor gebouwgebonden maatregelen geldt vanaf 2024 voor de eigenaar van het gebouw. Eigendomsvestigingen met een energieverbruik hoger dan 50.000 kWh of 25.000 m3 aardgas zijn informatieplichtig.

Met een ISO 14001 is de internationale standaard voor milieumanagementsystemen. ISO 14001 sluit aan bij onderwerpen als MVO en de circulaire economie. 

In tegenstelling tot een Green Team is een kernteam -duurzaamheid niet bottom-up, maar top-down. Het team bestaat vaak uit medewerkers van verschillende afdelingen, zoals facilitaire dienst, inkoop, vastgoed en management, om duurzaamheid breed in de organisatie te integreren. 

Een klimaatinstallatie is bedoeld om het binnenmilieu van een gebouw gezond en comfortabel te maken en te houden. Dit gaat over verwarming, koeling en ventilatie. 

De last-mile vergoeding gaat over het vergoeden van het laatste stukje van de reis naar de werkplek. Dit zorgt ervoor dat de werknemer geen extra kosten maakt om van het ov-station naar de werkplek te komen.  

Bij het leefstijlloket kan een patiënt in gesprek gaan over een gezonde leefstijl. Leefstijl speelt een rol bij het ontstaan van vele aandoeningen waaronder hart- en vaatziekten, leververvetting, diabetes, geheugenverlies en kanker. Bij het leefstijlloket krijgen patiënten advies en ondersteuning over hoe zij hun leefstijl kunnen verbeteren. Dit kan betrekking hebben op verschillende aspecten van gezondheid en welzijn, zoals voeding, bewegen, mentale gezondheid en stoppen met roken.

Ook wel een LCA. Dit is een methode om de milieu-impact van een product of menselijke activiteit in kaart te brengen. In een LCA wordt de gehele levenscyclus van een product bekeken; van de winning van grondstoffen tot aan het afdanken van het product. Een LCA geeft dus inzicht in de totale milieu-impact. 

Split-units airco systemen bestaan uit één buitenunit die via koelmiddelleidingen verbonden is met één binnenunit.

Lees alles over de lozingsnormen in de handreiking lozingsnormen van het Informatiepunt Leefomgeving. 

De criteria kunnen worden gedownload op de website van SMK. Meer uitleg over groene stroom en specifiek de keuze voor stroom van Nederlandse oorsprong vind je op de website van Milieu Centraal.

Aantoonbaar biologisch of met een van de volgende milieukeurmerk: EKO, On the way to Planet Proof, Demeter, Beterleven vanaf 2 sterren, MSC, ASC, UTZ, Fairtrade, Rainforest Alliance, RSPO, EU-Biologo. Of een andere teeltwijze die aantoonbaar voldoet aan de eisen gesteld in aan van de voorgenoemde keurmerken.

MJOP staat voor een Meerjaren Onderhoudsplan. Dit is een lange termijn plan voor het uitvoeren van onderhoud aan gebouwen. Hierin staat minimaal de onderhoudscyclus van het gebouw, de bijbehorende kosten en het benodigde budget.

Het registreren en analyseren van informatie over bepaalde processen gedurende langere tijd en met een bepaald interval (kwartierwaarden, maandwaarden, jaarwaarden etc.). In de Milieuthermometer wordt onder andere gevraagd om monitoring van energiegebruik, waterverbruik, afval en vervoer met als doel de meest energiezuinige instellingen van installaties te vinden. Lees hier verder.

MPG staat voor MilieuPrestatie Gebouwen en geeft de milieuschade van alle materialen in het gebouw weer. De MPG-berekening geeft nuttig inzicht in de onzichtbare milieu-impact van bouwen en is vaak een eerste stap richting circulair bouwen. Lees verder op de website van EVZ.

Natuurlijke koudemiddelen zijn stoffen die de ozonlaag niet aantasten en een zeer laag of geen aard-opwarmend vermogen (GWP) hebben. 

Natuurwaarde is de waarde die een terrein heeft voor planten, dieren en de omgeving. Het gaat bijvoorbeeld om biodiversiteit, zoals verschillende soorten planten en dieren, en hoe goed het terrein de natuur ondersteunt.

De NTA-8080 beschrijft de eisen voor duurzaam geproduceerde biomassa ten behoeve van toepassing in bio-energie.

Passief koelen is een methode om de temperatuur van een ruimte te verlagen zonder gebruik te maken van energie-intensieve koelsystemen zoals airconditioning of actieve koelinstallaties. Voorbeelden van passieve koeling zijn: -ventilatie door natuurlijke luchtstromen -nachtventilatie -warmtewerende materialen of isolatie -overstekken om zon op de gevel te voorkomen -buitenzonwering -schaduw van bomen of groen gevels -phase changeing materials (PCM's) om warmte te bufferen

Plastic verpakkingen en drankenkartons. Om te bepalen wat in PD hoort, bekijk de beslisboom op de website van Afval Goed Geregeld.

Dit zijn beschermingsmiddelen die mensen beschermen tegen een of meer risico’s die de veiligheid en gezondheid kunnen bedreigen. Voorbeelden hiervan zijn ademhalingsbescherming, beschermende kleding en oogbescherming.

Alles wat van de personen/bewoners zelf is en is dus vooral van toepassing in verpleeginstellingen waar kleding overblijft bij overlijden van bewoners. Dit dient gerecycled te worden. Sommige instellingen hebben zelf een kledingbak op het terrein staan, bijvoorbeeld van Leger des Heils. Bedrijfskleding en platgoed van de instelling zelf wordt meestal afgevoerd via de leverancier. Dan is het voldoende als je weet hoe dat gebeurt (dat het wordt hergebruikt en niet verbrand). 

Planetary health of planetaire gezondheid gaat over dat de gezondheid van mensen, dieren en de natuur samenhangt met de gezondheid van de planeet. 

Platgoed zijn lakens, handdoeken e.d. Met persoonsgebonden goed wordt kleding van bewoners of patiënten bedoeld. Voor het maken van nieuwe textielvezels is veel water en energie nodig. Door textiel te recyclen wordt hierop bespaard. 

Productkoeling betreft koelinstallaties die specifiek worden ingezet om producten, zoals voedsel, dranken of medicijnen etc, op de juiste temperatuur te bewaren.

Met professionele keuken worden groot keuken bedoeld. Dit zijn keukens met apparatuur die een slag groter is dan huishoudelijke apparatuur en wordt gekocht bij gespecialiseerde leveranciers. Gebruiksregels horeca en afvalwater | Informatiepunt Leefomgeving (iplo.nl)

De PGS15 is een vrij taai document dat op veel (kleine) zorginstellingen maar beperkt van toepassing is. MPZ heeft voor deze zorginstellingen een handleiding geschreven die de kern van de PGS15 beschrijft: Handleiding 'Opslag gevaarlijke stoffen' voor care instellingen, 2018, MPZ. We raden aan deze te lezen vóórdat u probeert de PGS15 te doorploegen.

De Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) is een serie richtlijnen over de veilige opslag van gevaarlijke stoffen en bijbehorende activiteiten in Nederland. De PGS15 is een vrij taai document dat op veel (kleine) zorginstellingen maar beperkt van toepassing is. MPZ heeft voor deze zorginstellingen een handleiding geschreven die de kern van de PGS15 beschrijft: Handleiding 'Opslag gevaarlijke stoffen' voor care instellingen, 2018, MPZ. We raden aan deze te lezen vóórdat u probeert de PGS15 te doorploegen. 

De r-ladder geeft de mate van circulariteit aan. De R-ladder heeft 6 tredes die verschillende strategieën van circulariteit weergeven (1.Refuse en rethink; 2. Reduce; 3. Reuse; 4. Repair, Refurbish, Remanufacture en Repurpose; 5. Recycling; 6. Recover). Hoe hoger op de R-ladder, hoe meer circulair de strategie is.

Een raamovereenkomst is een schriftelijke overeenkomst tussen twee of meer partijen met als doel het plaatsen van een stroom van toekomstige opdrachten gedurende een bepaalde periode.

Rood vlees komt van rund, schaap, geiten en varken. Ook al is het vlees van deze dieren niet in alle gevallen duidelijk rood van kleur, wordt het wel gerekend tot rood vlees. 

Om Scope 3 emissies te begrijpen is het belangrijk op scope 1 en 2 te kennen. Bij scope 1 emissie spreken we over directe uitstoot van broeikasgassen uit installaties en voertuigen van het bedrijf. Scope 2 gaat over de indirecte emissies van broeikasgassen die ontstaan door de opwekking van elektriciteit, warmte, koude en stroom in installaties die niet beheer worden door het bedrijf. Scope 3 zijn dan alle overige indirecte emissies die ontstaan als gevolg van activiteiten van het bedrijf maar uit bronnen die niet worden beheerd door het bedrijf. Dit zijn de emissies uit de gehele keten. 

Stand-alone airco's, ook wel monoblock airco's of airco's zonder buitenunit genoemd, zijn airco-systemen die alle componenten in één unit hebben. Dit in tegenstelling tot traditionele split-airco's, die een binnenunit en een buitenunit hebben.

Een strategisch vastgoedplan (SVP) is een met als doel de huisvesting aan te laten sluiten bij de visie en missie, de markt­ontwikkelingen en de strategische doelstellingen van een organisatie. Vanzelfsprekend passend binnen een bepaald budget. SVP heet ook wel strategisch huisvestingplan (SHP) of Lange Termijn Huisvestings Plan (LTHP).

Swill is afval uit voedselresten (van het Engelse woord voor “varkensvoer”). Het grootste verschil met gft-afval is dat gft alleen mag bestaan uit resten van onbewerkte groenten, fruit en tuinafval. Swill containers kunnen ook vleesresten bevatten en worden altijd omgewisseld door schone containers. Gebruiksregels horeca en afvalwater | Informatiepunt Leefomgeving (iplo.nl) 

Een totaalleverancier verwijst naar een leverancier die een volledig pakket aan diensten en productie aanbiedt. Deze is dus niet alleen verantwoordelijk voor het leveren van de kleding/textiel, maar ook voor het reinigen ervan. 

De total cost of ownership is het totaalbedrag aan kosten waar niet alleen de aanschafwaarde in zit, maar je rekent de kosten mee vanaf de aanschafprijs tot het moment dat je er afstand van doet. Je kunt denken aan kosten zoals: onderhoudskosten, reparatiekosten, voorraadkosten etc. 

De Trias Energetica is de meest toegepaste strategie om energiebesparende maatregelen te nemen, zodat ze op een efficiënte manier samenwerken. Hiermee wordt bedoeld: zo duurzaam mogelijk. In de eenvoudigste vorm ziet de Trias Energetica er zo uit: Stap 1. Beperk de energievraag; Stap 2. Gebruik energie uit hernieuwbare bronnen; Stap 3. Gebruik eindige (fossiele) energiebronnen efficiënt. Voor meer informatie lees de publicatie van het RVO.

Een ULT-vriezer is een vriezer die ontworpen is om extreem lage temperaturen te bereiken en te behouden, temperaturen van -40°C tot -80°C. Deze vriezer worden vaak gebruikt in laboratoria.

De begrippen upstream en downstream verwijzen naar activiteiten binnen de waardeketen van een bedrijf, zoals vastgelegd in de richtlijnen van het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) voor scope 3-emissies. De upstream activiteiten omvatten de emissies die ontstaan in de waardeketen vóór de bedrijfsactiviteiten (activiteiten 1 tot en met 8 in het GHG-protocol) en de downstream activiteiten omvatten de emissies die ontstaan na de bedrijfsactiviteiten (9 tot en met 15).

Dit is een document met informatie over de risico’s van een gevaarlijke stof met bijgaand aanbevelingen voor het veilig gebruik ervan op het werk. Het is wettelijk verplicht deze te hebben en correct in te vullen.

Een ventilatiedebiet is simpel gezegd de hoeveelheid lucht die door een ventilatiesysteem wordt verplaatst in een bepaalde tijd. Het ventilatiedebiet bepaalt hoe goed een ruimte wordt voorzien van verse lucht en hoe snel vervuilde lucht wordt afgevoerd. In het geval van een OK-complex is het belangrijk dat het ventilatiedebiet precies wordt afgestemd op de behandeling, zodat de luchtkwaliteit optimaal blijft en energie efficiënt wordt gebruikt.

Ozonlaagafbrekende stoffen zijn stoffen die bijdragen aan het gat in de ozonlaag (de laag die onder anderen mensen beschermt tegen de schadelijke stralen van de zon. De EU-regels, de verordering ozonlaagafbrekende stoffen evenals de F-gassenverordering, dragen bij aan het beperken van de opwarming van de aarde en de bescherming van de ozonlaag. Alles over de wetgeving is te lezen op de website van Informatiepunt Leefomgeving. 

In de ISDE-subsidie voor woningeigenaren staan voorwaarden voor het verkrijgen van subsidie voor biobased isolatiematerialen. In eis 11.10 gebruiken we deze voorwaarden als criteria. Zie de website van RVO over ISDE voor biobased isolatiematerialen.

Een wadi is een verlaging in het landschap of stedelijk gebied waar overtollig water naartoe stroomt en daar de bodem in zakt. Dat helpt de natuur tegen droogte en wateroverlast. Lees meer over wadi’s op de website van het kennisportaal klimaatadaptatie. 

Het doel van werkplekinstructiekaarten is medewerkers en anderen op de werkplek zo specifiek mogelijk te informeren over de risico’s van gevaarlijke stoffen.

De EPBD III bestaat uit 3 onderdelen, namelijk: systeemeisen aan technische bouwsystemen, keuringsplicht voor airconditionings- en verwarmingssystemen en laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Lees meer over de EPBD in het overzicht van wet- en regelgeving op de website van MPZ. 

Als je organisatie 100 of meer werknemers heeft, ben je vanaf 1 juli 2024 verplicht te rapporteren over het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van de medewerkers. Op de site van de RVO vind je meer informatie over deze regeling en een handreiking hoe je hier aan kunt voldoen. Voor de VVT is een aparte handreiking geschreven, die vind je hier. 

Hierbij kan er gedacht worden aan een slibvangput, vetafscheider, olie-afscheider, fysisch chemische zuivering etc.