Laatst gewijzigd:

Eis 9.1. Plan en evaluatie duurzame mobiliteit

Het doel

Het beschrijven van het beleid, doelstellingen en maatregelen voor duurzame mobiliteit.


De eis

De organisatie heeft een actueel mobiliteitsbeleid. Het plan omvat minimaal doelstellingen voor:

  • Eigen wagenpark en leasecontracten (personen en goederenvervoer); waarbij minimaal:
    • Per 2030: 55% CO2- reductie t.o.v. 2018 of een eerder referentiejaar
    • Per 2050: 100% CO2- reductie.
    • registratie en rapportage conform wetgeving Werkgebonden Personenmobiliteit (WPM)
  • Gedeclareerd zakelijk verkeer en woon- werkverkeer.
  • Realiseren van laadinfrastructuur; waarbij minimaal:
    • Faciliteiten voor tweewielers.
    • Richtlijnen uit de wetgeving EPBD III en vanaf 2027 IV; minimaal één laadpaal als meer dan 20 parkeervakken;
    • Aanvullend voor goud: extra doelstelling oplaadpalen (eis 9.3)

Aanvullend voor ziekenhuizen:

  • Vervoer derden:
    • Bezoekersverkeer
    • Contracten met leveranciers

De organisatie heeft een bijpassend actieplan. Het actieplan bevat maatregelen, prioriteiten, planning en verantwoordelijken en moet jaarlijks aantoonbaar worden geëvalueerd en, als nodig, worden bijgesteld. In het plan komen volgens de trias energetica per doelstelling minimaal de volgende aspecten naar voren:

  • Energiebesparing (minder kilometers);
  • Gebruik duurzame energie (elektrificering, e- fiets, ov);
  • Efficiënt en schoon gebruik van fossiele energie (zuinig rijden).

Het plan wordt benoemd in of is onderdeel van het overkoepelende duurzaamheidsbeleid (eis 1.3). Het is opgesteld door een vakbekwame medewerker [D1] en houdt rekening met cliëntverantwoordelijkheid [D2].


Inspectiemethode

Administratieve en/of visuele controle


Ambitieniveau


Geldt voor locatietype:


Gerelateerde doelstellingen

Toelichting

Nulmeting en monitoren

Dit thema belicht enkele specifieke aandachtspunten bij het monitoren van de mobiliteit binnen zorgorganisaties. De algemene voordelen van monitoren en benchmarken vind je onder het thema 1 Management en organisatie. 

Inventariseren vervoerskilometers

Ten behoeve van de nulmeting moet het aantal vervoerskilometers per locatie in kaart gebracht worden. Het inventariseren van de daadwerkelijke vervoersimpact kan alleen als de gebruikte vervoersmiddelen ook bekend zijn. Voor het eigen wagenpark is dit vaak relatief eenvoudig. Dit kun je opvragen bij de afdeling inkoop, HR/P&O of de leasemaatschappij.

Voor het woon-werkverkeer is dit vaak lastiger. Mogelijke methodes om inzicht te krijgen in de gebruikte vervoersmiddelen zijn:

  • een vervoersenquête;
  • kenteken parkeren;
  • analyse van parkeergelegenheden;
  • metingen uitgevoerd door een gespecialiseerd bureau;
  • kilometerregistratie en deze opnemen in het HRM-systeem.

Inventarisatie van de milieubelasting door vervoer voor jouw organisatie, geeft je inzicht in de oorzaken van de belangrijkste impact en welke maatregelen je het beste kunt nemen. Dit helpt om het vervoer effectief te verduurzamen en intern draagvlak te creëren. 

Wetgeving duurzaam vervoer

Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM)

Sinds 1 juli 2024 moeten werkgevers met meer dan 100 werknemers jaarlijks rapporteren over de werkgebonden personenmobiliteit (zakelijk- en woon-werkverkeer)

Meer informatie: Handreiking WPM VVT-sector, Actiz

EED-auditplicht (Energy Efficiency Directive)

Zorgorganisaties met meer dan 250 medewerkers zijn verplicht tot het opstellen van een vierjaarlijkse energiebesparingsrapportage op concernniveau. Zakelijk vervoer maakt hiervan deel uit. Deze rapportage moet inzicht geven in het energieverbruik van het vervoer dat onderdeel is van de bedrijfsmiddelen van de organisatie, of dat gezien wordt als onderdeel van de bedrijfsvoering. Daarnaast moet het rapport in kaart brengen welke energiebesparende maatregelen in relatie tot vervoer genomen worden.

Vrijstelling EED-plicht bij certificering

Het Milieuthermometer Zorg certificaat (link) geeft vrijstelling voor de EED-plicht . De vrijstelling geldt alleen voor zorglocaties die gecertificeerd zijn. Niet-gecertificeerde locaties zijn alsnog EED-plichtig. Zorgorganisaties kunnen ook met de CO2-reductietool en een speciale EED-oplegger aan de EED voldoen. Lees daarover verder op de website van EVZ. In de EED-oplegger bevat onder andere aandacht aan de EED-eisen voor vervoer.

Wetgeving inzake plaatsen van laadpalen 

Met de herziene Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD III) is er een verplichting voor het aanleggen van laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen in de private gebouwde omgeving. 

Milieu- en zero-emissie zones 

Steeds meer gemeenten voeren milieu- en/of zero-emissie zones in, met als doel de luchtkwaliteit in de stad te verbeteren. In een milieuzone hebben oude, vervuilende dieselvoertuigen (personenauto’s, bestel- en vrachtwagens, bussen) geen toegang. Zero-emissie zones gelden alleen voor vrachtverkeer en bedrijfsmatig gebruikte bestelwagens. Zij mogen de zero-emissie zone alleen inrijden als ze geen emissie uitstoten. 

Clean Vehicles Directive (CVD) 

Door middel van publieke inkoop wil de overheid het gebruik van schone en energie-efficiënte voertuigen bevorderen.

Zero emissie doelgroepenvervoer 

Door aanbestedingen kan vanaf 2025 volledig zero emissie doelgroepenvervoer bereikt worden. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat nam het initiatief om hiervoor een bestuursakkoord en convenant op te stellen.

Verduurzamingstips per vervoerscategorie:

  • zakelijk verkeer: online vergaderen, elektrisch rijden, leasecontracten, ritoptimalisatie, (dienst-)fiets en OV.
  • goederen- en dienstverkeer: aanpassing contracten met leveranciers.
  • woon-werkverkeer: thuiswerken, OV- en fietsvergoedingen en -faciliteiten, laadpunten.
  • personenvervoer:  digitale consulten (thema 14.13 E-zorgverlening (digitale zorg) meervoudige behandeling in één bezoek, contracten met taxivervoer.

Werkgroep Duurzame mobiliteit

Deze werkgroep rond een van de grootste veroorzakers van onze footprint heeft al een uitgebreid draaiboek op haar naam staan.

Meer over deze werkgroep

Begrippenlijst

De Trias Energetica is de meest toegepaste strategie om energiebesparende maatregelen te nemen, zodat ze op een efficiënte manier samenwerken. Hiermee wordt bedoeld: zo duurzaam mogelijk. In de eenvoudigste vorm ziet de Trias Energetica er zo uit: Stap 1. Beperk de energievraag; Stap 2. Gebruik energie uit hernieuwbare bronnen; Stap 3. Gebruik eindige (fossiele) energiebronnen efficiënt. Voor meer informatie lees de publicatie van het RVO.

De EPBD III bestaat uit 3 onderdelen, namelijk: systeemeisen aan technische bouwsystemen, keuringsplicht voor airconditionings- en verwarmingssystemen en laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Lees meer over de EPBD in het overzicht van wet- en regelgeving op de website van MPZ. 

Als je organisatie 100 of meer werknemers heeft, ben je vanaf 1 juli 2024 verplicht te rapporteren over het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van de medewerkers. Op de site van de RVO vind je meer informatie over deze regeling en een handreiking hoe je hier aan kunt voldoen. Voor de VVT is een aparte handreiking geschreven, die vind je hier. 

Een andere vraag over deze eis?

Vragenuurtje Milieuthermometer Zorg versie 7.0

online

Milieuthermometer Zorg

Veelgestelde vragen én antwoorden over de Milieuthermometer Zorg versie 7.0 vind je hier. Informatie over de thema's en eisen binnen de…

Handige links en documenten

We hebben alle relevante links en documenten overzichtelijk bij elkaar gezet.