Voor bestuurders
Als bestuurder van een zorginstelling bent u verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van uw medewerkers en cliënten. Een van de risico’s waar u mee te maken kunt krijgen, is het werken met gevaarlijke stoffen. Dit zijn stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de mens of het milieu, zoals medicijnen, ontsmettingsmiddelen of gassen. Om te voldoen aan de wettelijke eisen en om de risico’s te beheersen, moet u een aantal zaken regelen. Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste punten en zes vragen die u helpen om te controleren of u alles goed geregeld heeft. Hieronder leest u samengevat de wettelijke eisen en 6 vragen die u met ja zou moeten kunnen beantwoorden om veilig werken met gevaarlijke stoffen in uw organisatie te garanderen.
Wettelijke eisen
Wet- en regelgeving verplicht intramurale instellingen maatregelen te nemen voor de juiste omgang en opslag van gevaarlijke stoffen. Het betreft eisen uit de Arbowet, het Arboconvenant en eisen vanuit de Milieuwet- en regelgeving.
Bij milieu- (ISO 14001) en/of arbo (OHSAS 18001) gecertificeerde organisaties zijn deze eisen verwerkt in het managementsysteem.
Samengevat wordt vanuit wet- en regelgeving het volgende van de instelling geëist:
Voorkomen van gezondheidseffecten:
- Voorkomen van blootstelling aan gevaarlijke stoffen;
- Aanwezigheid en gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen;
- Vervangen van gevaarlijke stoffen door minder gevaarlijke alternatieven;
- Specifieke Risico- Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) (in bepaalde situaties).
Informatie over gevaarlijke stoffen is voor medewerkers snel toegankelijk
- Overzicht van gevaarlijke stoffen binnen de organisatie (per afdeling);
- Informatie en afspraken over de omgang met gevaarlijke stoffen (veilige werkwijzen);
- Informatie over de opslag van stoffen en de afvoer van afvalstoffen;
- Etikettering van gevaarlijke stoffen.
Veiligheid
- Voldoen aan de wettelijke eisen voor opslag van gevaarlijke stoffen;
- Aanvullende eisen komen uit de verplichte Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E).
Calamiteiten
- Noodprocedures voor persoonlijk letsel en materiële schade;
- Organisatie bedrijfshulpverleners (BHV).
De bestuurders zijn er verantwoordelijk voor dat bovenstaande goed geregeld is.
6 vragen die u met ‘ja’ moet kunnen beantwoorden
- Heeft u de verantwoordelijkheid en bijbehorende taken helder weggezet in de organisatie?
- Heeft de functionaris met deze taak, daar ook de benodigde kennis en middelen voor?
- Hebben alle medewerkers aantoonbaar persoonlijk informatie en instructie gekregen over veilig werken met gevaarlijke stoffen?
- Is in werkoverleg op afdelingen “Veilig werken” een terugkerend agendapunt?
- Zijn op basis van RI&E de risico’s in kaart en de voorzorgmaatregelen in uitvoer?
- Beschikt de instelling over een “informatiesysteem gevaarlijke stoffen” waarmee alle medewerkers snel toegang hebben tot de belangrijkste informatie van aanwezige gevaarlijke stoffen. (Veiligheidsinformatiebladen of MSDS)?
Indien u één van bovenstaande 6 vragen met nee beantwoord, of u weet het antwoord niet, dan is er werk aan de winkel.MPZ kan u hiermee verder helpen. Raadpleeg voor meer informatie de pagina over voordelen van lidmaatschap.