Houtverbrandingsinstallatie
Beschrijving
Een houtverwerkend bedrijf kan zijn houtafval als brandstof gebruiken. De vrijkomende warmte wordt meestal gebruikt om warm water, gebouwen en eventueel ook spuitcabines, houtdrogers, etc. te verwarmen.
Installaties voor de verbranding van resthout zijn verkrijgbaar vanaf een vermogen van ongeveer 20 kW (geschikt voor de verbranding van 5 tot 6 ton resthout per 1.000 vollast uren). De klassieke verbrandingsovens bestaan tot ongeveer 5.000 kW (geschikt voor de verbranding van ongeveer 1.400 ton resthout per 1.000 vollast uren). Moderne houtverbrandingsinstallaties hebben een hoog rendement (> 80 %). Bij kleine installaties (< 100 kW) worden stukken resthout veelal handmatig toegevoerd. Installaties met een vermogen groter dan 100 kW hebben meestal automatische toevoer van zaagsel, verkleinde stukken hout, enz.
Resthout heeft een gemiddelde bovenste verbrandingswaarde van 16 MJ/kg. Als het resthout nat is en/of veel schors bevat, ligt dit op 11 tot 15 MJ/kg.
Bij houtverbranding worden rookgassen geproduceerd. Om schadelijke emissies van CO, koolwaterstoffen, NOx en stof via de rookgassen te beperken, zijn de automatische installaties voorzien van een regelsysteem. Het regelsysteem doseert de toevoer van brandstof en verbrandingslucht om een optimale verbranding te verkrijgen. Regelsystemen zijn meestal ook toepasbaar op bestaande installaties.
Toepasbaarheid
Bedrijven die een houtverbrandingsinstallatie gebruiken hebben soms een milieuvergunning nodig. Lees verder op de website van IPLO: Milieubelastende activiteit afvalverbranding die niet plaatsvindt in een IPPC-installatie
A-hout wordt beschouw als biomassa. Voor houtverbrandingsinstallatie op A-hout gelden de regels voor ‘gewone’ stookinstallaties: Milieubelastende activiteit stookinstallaties
Milieu aspecten
Via verbranding van resthout kunnen houtbewerkende bedrijven hun gebruik van fossiele brandstoffen sterk verminderen. Verbranding van 1 ton resthout komt overeen met 450 tot 500 m3 aardgas. Bij het ontbreken van een regelsysteem, kunnen in vergelijking met het werken met aardgas, meer schadelijke rookgassen ontstaan. Indien het hout afkomstig is van houtproductie met heraanplant wordt CO2-toename in de atmosfeer vermeden. Bijkomend voordeel is dat het resthout niet getransporteerd hoeft te worden.
Financiële aspecten
Investering:
- Installaties met handmatige brandstoftoevoer: € 4.500 (20 kW) tot € 12.000 (120 kW)
- Installaties met automatische brandstoftoevoer: € 16.000 (30 kW) tot € 275.000 (5.000 kW)
- Alleen regelsysteem: € 12.000 tot € 18.000
- Multicycloonfilter: € 2.500 tot € 15.000
- Elektrostatisch filter: € 45.000 tot € 115.000
Besparing:
- Geen verwijderingskosten voor resthout (gemiddeld € 90 per ton voor containerhuur, transport en verwerking).
- Lagere gasrekening (ongeveer € 45 (grootverbruiktarief) tot € 90 (kleinverbruiktarief)) per ton resthout.
Aanvullende informatie
Bij minimaal 4.000 tot 5.000 ton resthout per jaar en een continue warmtevraag (bijv. droging van hout of verwarming lijmpersen met stoom), kan de houtverbrandingsinstallatie worden gekoppeld aan een stoomturbine voor de productie van elektriciteit. Lees meer in de tip Warmtekrachtinstallatie gestookt met biomassa.
Bron: Beste Beschikbare Technieken voor de houtverwerkende nijverheid, Infomil
De maatregel is afkomstig van Stimular.nl, een website die actueel gehouden wordt door Stichting Stimular. Op Stimular.nl vindt u nog meer besparingstips, voorbeelden en inspiratie, ook voor andere branches.