Terug naar zoekresultaten

Natuurlijke koudemiddelen voor koeling

Beschrijving

Bij koeling worden meestal synthetische koelmiddelen (onder andere R134A, R407C, R410A) gebruikt. Gemiddeld lekt 2 tot 5 % van het koudemiddel weg per jaar. Dit is zeer belastend voor het milieu. Je vermindert de milieubelasting door een gediplomeerd persoon periodiek op lekkages te laten controleren (conform Regeling Lekdichtheid Koelinstallaties). Per 1-1-2015 wordt de onderhoudsinterval bepaald op basis van het CO2-equivalent. Het CO2-equivalent bereken je door de GWP (Global Warming Potential) van een koelmiddel te vermenigvuldigen met de gebruikte hoeveelheid.

  • 5 – 50 ton CO2-equivalent koudemiddel: minimaal eens per twaalf maanden.
  • 50 – 100 ton CO2-equivalent koudemiddel: minimaal eens per zes maanden.
  • > 500 ton CO2-equivalent koudemiddel: minimaal eens per drie maanden.
    Bij installaties met een lekdetectiesysteem kan deze frequentie gehalveerd worden.

Bij vervanging kies je voor een installatie:

  1. met een laag lekpercentage. Er zijn leveranciers die “gegarandeerd lekvrije installaties” leveren.
  2. die niet gebaseerd is op compressiekoeling, bijvoorbeeld verdampingskoeling, absorptiekoeling, of koeling van buiten.
  3. die werkt op natuurlijke koudemiddelen zoals ammoniak (NH3, R717), propaan (R290) (of isobutaan) en CO2 (R744). Deze zijn minder milieubelastend dan synthetische koudemiddelen.

Probeer ook de koudebehoefte te beperken. Bij minder koudebehoefte is een kleinere koelinstallatie nodig en wordt minder koudemiddel verbruikt. Zie de tip Energiezuinig koelen.

Toepasbaarheid

  • Voor gebouwkoeling en productkoeling, dus ook koel- en vrieshuizen
  • CO2 vereist leidingen met dikkere wanden en een kleinere diameter, door de hoge druk die op dit systeem staat. Het systeem is wel compacter, waardoor het minder ruimte inneemt.
  • Ammoniak (NH3) is giftig en vereist dus veiligheidsmaatregelen tegen lekken. Lekdichte ammoniaksystemen zijn voldoende beschikbaar. Voor installaties met meer dan 400 kilogram ammoniak heb je een vergunning nodig. In de praktijk blijf je hier meestal onder.
  • Er zijn ook NH3/CO2 systemen beschikbaar. Deze hebben een hoger vermogen dan CO2-systemen (maar lager dan NH3-systemen) en zijn veiliger dan NH3-systemen.
  • Propaan (en isobutaan) is explosief. In kleine systemen is dit geen probleem. Bij grote systemen (>25 kg koudemiddel) moeten veiligheidsmaatregelen getroffen worden of kan gekozen worden voor een cascadesysteem. Dit is een systeem waarin meerdere koelunits in serie geschakeld zijn. Hierdoor is het koelmiddel verdeeld over verschillende locaties, wat de benodigde veiligheidsmaatregelen beperkt.
  • Isobutaan koelt tot -12 °C andere natuurlijke koudemiddelen koelen tot lagere temperaturen (tot ca. -40 °C).

Milieuaspecten

Koudemiddelen ontsnappen bij installatie, gebruik (lekkage) en de afvalfase van een koel- of vriesinstallatie. Synthetische koudemiddelen hebben een negatief effect op het milieu. R22 (verboden sinds 2015) is slecht voor de ozonlaag en HFK’s hebben een sterk broeikaseffect. CO2als koudemiddel heeft een relatief laag broeikaseffect. Ammoniak draagt helemaal niet bij aan het broeikaseffect, propaan (en isobutaan) nauwelijks. Beide koudemiddelen vragen wel extra veiligheidsvoorzieningen. Natuurlijke koudemiddelen verminderen in de meeste gevallen energieverbruik van de installatie.

Financiële aspecten

Meerkosten voor een systeem met natuurlijke koudemiddelen worden gecompenseerd door een kleinere installatie en besparing op de energie- en overige exploitatiekosten. Een installatie die gebruik maakt van natuurlijke koudemiddelen verbruikt 10 tot 30% minder energie doordat de warmteoverdracht van deze stoffen groter is dan van HFK’s. Ook wordt 2 tot 5% bespaard op de inkoop van koudemiddelen. Extra veiligheidsmaatregelen zorgen bij ammoniak, propaan of isobutaan voor hogere kosten. De exacte kosten zijn sterk afhankelijk van de grootte van het systeem en de gewenste koeltemperatuur. Ook de kosten voor ombouw van een bestaand systeem zijn sterk afhankelijk van het huidige systeem en de vereiste aanpassingen.

Een transkritische CO2 koel- en/of vriesinstallatie (2024, code 220223) en een energiezuinige koel- en/of vriescondensoreenheid (2024, code 220225) staan op de Energielijst en komen daarom, onder voorwaarden, in aanmerking voor Energie Investerings Aftrek (EIA). Dit betekent dat je een extra bedrag ter grootte van 40% (2024) van het investeringsbedrag ten laste mag brengen van de winst. Zie voor meer informatie: www.rvo.nl/eia

Aanvullende informatie

Zie ook de brochures Uw koelinstallatie en milieuwetgeving van STEK (Stichting Emissiepreventie Koudetechniek) of Best Practice Koudemiddelen voor Industriële Koeling van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland).

Bron: Stichting Stimular

De maatregel is afkomstig van Stimular.nl, een website die actueel gehouden wordt door Stichting Stimular. Op Stimular.nl vindt u nog meer besparingstips, voorbeelden en inspiratie, ook voor andere branches.